Infuustherapie bij de allerkleinsten

Zoals bij elk dier, is het beoordelen van de hydratatietoestand en het kiezen van de juiste infusievloeistof natuurlijk superbelangrijk. Bij erg kleine dieren zoals konijnen en knaagdieren, zijn er enkele extra aandachtspunten waar u rekening mee moet houden.

• Probeer stress tot een minimum te beperken. Het helpt dus om alles wat u nodig hebt, op voorhand klaar te zetten. Tijdens het infuus, verblijft het dier best in een comfortabele en vertrouwde omgeving.
• Verwarm de vloeistof. Dit kan u doen in een kom met warm water, maar er bestaan ook infuusverwarmers.
• Gebruik eventueel een beetje lidocaïne crème voor u prikt (duurt 20-30 minuten vooraleer deze werkt).
• Gebruik de juiste maat catheter.
• Gebruik een aangepaste infuusleiding.
• Controleer de catheterplaats zeer regelmatig op ontsteking of overdreven irritatie.

Orale, subcutane of intraveneuze toediening?



Orale vochttherapie
Orale vochttherapie is vaak voldoende voor licht gedehydrateerde konijnen of cavia's, of als preventieve behandeling bij electieve patiënten die anesthesie ondergaan.

Subcutane toediening
Subcutane toediening wordt vaak gebruikt bij knaagdieren omdat het soms moeilijk is een IV catheter te plaatsen, vooral als ze gedehydrateerd zijn. Als de homeostase wat verbetert door het toedienen van SC vocht, kan men makkelijker een goed bloedvat vinden en alsnog een catheter plaatsen.

Intraveneuze toediening
IV catheters worden met toenemende frequentie geplaatst bij kleine zoogdieren zoals konijnen, cavia's, fretten en andere knaagdieren om vloeistof, medicatie, anesthesie en analgesie toe te dienen. Hierbij is het erg belangrijk het juiste bloedvat en de juiste catheter te kiezen.

Plaatsen van een IV catheter
Voor plaatsing in de vena Cephalica, kan u een 26G tot 24G catheter gebruiken. Als u kiest voor de auriculaire vene, gebruikt u best een gevleugelde 26G catheter. U kan dan de catheter vastkleven d.m.v. de vleugels met een beetje weefsellijm.



Wat betreft de infuusleidingen, gebruikt u best een aangepast pediatrisch systeem. De Burrette infuusleiding maakt het mogelijk kleine volumes te geven aan 60dr/min. Hierbij is een infuuspomp niet nodig. U kan ook kiezen voor een verlengstuk of infuusleiding met druppelteller of natuurlijk een infuuspomp.

Post-operatieve zorg en onderhoud van de catheterplaats
Controleer de catheterplaats tweemaal per dag. Vermijd het afdekken van de inbrengplaats met te veel tape en zorg ervoor dat de cohesieve bandage tweemaal daags wordt afgewikkeld om de catheterplaats te controleren. Als het dier oncomfortabel of depressief lijkt, moet de catheterplaats vaker gecontroleerd worden.

Gebruik eventueel een kraagje of Body Suit om te voorkomen dat het dier de catheter eruit trekt.